de heilige st. cecilia
patroonheilige van de muziek
Rond 22 november viert de Fanfare Heestert haar jaarlijks Sint-Ceciliafeest. Het Sint-Ceciliafeest is een aloude traditie voor muziek- en zanggezelschappen dat eenmaal per jaar wordt gevierd rond de feestdag van St. Cecilia (Latijn: Caecilia), de patrones van de muziek en de muzikanten. Ze wordt vaak afgebeeld met een muziekinstrument (vaak een orgel) en net als de K. Fanfare Sint-Cecilia Heestert zijn veel muziekverenigingen naar haar vernoemd.
Wat veel mensen niet weten is dat de heilige St. Cecilia eigenlijk per ongeluk de patrones van de muziek is geworden. Dit berust immers op een misverstand van een oude legende waarin haar leven beschreven werd. Cecilia is zelfs eerst meer dan 1000 jaar 'heilig' geweest zonder enig verband met de muziek. Ze was een martelaar-maagd uit de begintijd van de kerk met een eigen kerkje: de Basiliek van Santa Cecilia in Trastevere, de bedevaartskerk van de heilige Cecilia in Rome. De eigenlijke patroonheilige van de muziek was oorspronkelijk niemand minder dan de paus Gregorius.
maagdelijkheid
Cecilia leefde in de 3de eeuw na Christus en was een Romeinse martelares en heilige voor de Rooms-katholieke Kerk. Volgens de legende was zij al op jonge leeftijd volkomen aan God toegewijd. Dat wil zeggen dat ze de gelofte van maagdelijkheid had afgelegd, en dat ze in haar leven dus geen andere bruidegom wilde kennen dan Christus alleen. Daarom vastte ze veel en bad ze dagelijks tot God.
Tegen haar wil werd ze door haar vader uitgehuwelijkt aan een jonge heidense patriciër Valerianus († 229; feest 14 april). Op de dag van haar huwelijk was het een groot feest voor iedereen, behalve voor de bruid. Terwijl iedereen zong en danste en muziek maakte, had zij zich teruggetrokken en bad ze onophoudelijk tot God om hulp in deze moeilijke situatie. Immers als alles normaal zou verlopen zou ze diezelfde nacht nog haar maagdelijkheid verliezen, en daarmee dus haar eerste liefde ontrouw moeten worden.
Op het moment dat de bruidsmuziek weerklonk, aldus de legende, fluisterde zij Valerianus in het oor dat zij had besloten maagd te blijven omwille van Christus. Door haar heilige ernst speelde zij het klaar hem te winnen voor haar ideaal. Hij maakte kennis met haar godsdienst en liet zich ook dopen. Ook zijn broer Tiburtius († 229; feest 14 april) wist zij over te halen omwille van Christus verder ongehuwd door het leven te gaan. Samen hielpen ze families van christenen, die toen door de keizer van Rome werden vervolgd. De broers werden hiervoor op bevel van de heidense prefect Almachius gevangen genomen en in 229 onthoofd.
marteldood
Al de goederen die nu aan haar toevielen verdeelde zij onder de armen. De corrupte belastingdienst van die dagen had gehoopt er een voordelig slaatje uit te slaan, maar de ambtenaren visten achter het net. Uit teleurstelling lieten ze haar arresteren. Cecilia wachtte een even gruwelijk lot als haar man en zijn broer: ze werd in haar huis in een bad kokend water gezet, maar dat overleefde ze. Volgens de overlevering bleef ze tijdens deze beproeving zelfs onophoudelijk zingen. Daarop probeerde de beul haar te doden door haar halsslagader door te snijden. De beul sloeg haar tot drie keer toe met alle macht op de hals, maar hij kreeg het niet voor elkaar het hoofd van de romp te scheiden. En omdat er een wet bestond dat een veroordeelde niet meer dan drie slagen mocht krijgen, liet de beul haar halfdood achter. Drie dagen lang lag ze bloedend in haar badkamer en uiteindelijk overleed ze aan haar verwondingen. Het juiste jaartal van haar overlijden is niet goed gekend. Volgens de laatste stand van het onderzoek overleed Cecilia in het jaar 229. Dat was tijdens keizer Alexander Severus.
verering
Op de plaats in Rome waar zij de marteldood had ondergaan, vermoedelijk in de buurt van haar huis, wijdde paus Urbanus een kerkje in dat aan haar was toegewijd. In de 5e eeuw was het al uitgegroeid tot een imposante kerk die in de 9e eeuw werd vernieuwd. Paus Paschalis I liet haar lichaam in 821 overbrengen vanuit de catacomben van Callistus aan de Via Appia naar de Sint-Caeciliabasiliek in Trastevere. Tot op de dag wordt ze daar vereerd als het toonbeeld van geloof, kuisheid en standvastigheid.
opening van het graf
Haar graf werd in 1599 op gezag van kardinaal Cesare Baronio geopend. Tot ieders grote verbazing zagen de onderzoekers het ongeschonden lichaam van een jonge vrouw liggend op haar rechterzij met een diepe steekwond in haar hals en bloedvlekken op haar kleren. De barokkunstenaar Stefano Maderno maakte van marmer een natuurgetrouw beeld van haar zielloze lichaam zoals dat toen werd aangetroffen. Dit beroemde beeldbouwwerk ligt onder het hoofdaltaar van de Santa Cecilia in Trastevere. Een kopie bevindt zich in de Crypte van Sint-Caecilia in de catacombe van San Callisto, waar haar sarcofaag aanvankelijk stond.
muziek
De oorsprong van Caecilia’s associatie met muziek ligt in het verhaal dat ze tijdens haar huwelijk in extase raakte door hemelse klanken. Pas aan het eind van de vijftiende eeuw wordt ze daadwerkelijk voorgesteld als patrones van (kerk)musici en orgelbouwers.
Dit patronaatschap is gebaseerd op een verkeerde opvatting van de antifoon van de vespers van haar feestdag, die luidt: ‘Cantantibus organis Caecilia virgo in corde suo soli domino decantabat dicens fiat domine cor meum et corpus meum immaculatum ut non confundar’ (vertaling: ‘Terwijl orgeltonen klonken, zong Cecilia in haar hart voor de Heer alleen met de woorden: Mogen, Heer, mijn hart en mijn lichaam vlekkeloos blijven, opdat ik niet beschaamd zal worden’). De verwijzing naar het orgel (organis) en de zang (cantantibus) hebben te maken met het feestgedruis op haar bruiloft. “Organis” moet hier echter niet met “orgels” vertaald worden, maar met “stemorganen”. De zin wil in feite zeggen dat zij zich ‘te midden van de feestmuziek’ in haar hart enkel richt tot God in de hoop ook in haar bruidsnacht haar maagdelijkheid (corpus immaculatum) te kunnen bewaren.
Als patrones van muzikanten werden talrijke muziekverenigingen, koren, fanfares en blaaskapellen naar haar genoemd. Zelf was ze ook inspiratiebron van vele composities, zoals Henry Purcells hymne ‘Hail! Bright Cecilia’ van 1692.
De heilige Cecilia wordt doorgaans voorgesteld met een orgel of met andere muziekinstrumenten; soms met een boek of met een palm (symbool van de overwinning; martelaren werden in de oude tijd gezien als overwinnaars). In de Nederlanden wordt ze ook vaak met een valk afgebeeld, een typisch attribuut om op haar adellijke afkomst te wijzen.
ceciliafeest
In de Rooms-katholieke kerk is de officiële feestdag van de heilige St. Cecilia op 22 november. Met die reden wordt dan ook het jaarlijks Sint-Ceciliafeest van onze muziekvereniging meestal rond die datum gevierd.
​
In 1946 publiceerden Gabriël Smit (rijmpjes) & Piet Worm (prentjes) een boekje over heiligen voor kinderen: ‘Roosjes uit de Hemeltuin’ (Utrecht/Antwerpen - De Fontein). Het bevat ook een rijmpje voor Sint Caecilia:
Caecilia bij uw muziek
Klinkt al mijn zingen zwak en ziek,
Want welke mond zingt ooit zo blij
Zo rein en hemelhoog als gij?
Maak dan dat aan mijn hart ontspringt
Een lied, dat schoon als ’t uwe klinkt.